Ik heb het al een paar keer eerder hier op de site beschreven gezien: zo'n prachtige, veelbelovende mooie dag--maar wat moet je er mee als de zon niet van binnen schijnt? Ik kijk naar de andere 46 mensen die hier momenteel ook op de site ingelogd zijn, en ik denk 'in ieder geval 46 anderen die net als ik binnen zitten'.
Ik heb al zijn spullen in dozen kunnen stoppen--maar alles in mijn hoofd stop je niet in een doos. Past niet in een doos. Ik heb geen idee hoe ik dat moet doen; het mentale puinruimen. De herinneringen opbergen, het gemis in alle kleine dingen dichtplakken, het verdriet zien als iets dat 'erbij hoort', als iets dat geleidelijk aan minder wordt. Ik word wakker rond 8.30u en voel de zwaarte aan me trekken, de zwaarte die er gisteren ook was, even stilgehouden door kortstondige slaap--nu weer wakker en volledige aanwezig. Het is vroeg in de ochtend en ik ben al moe--moe van niks 'kunnen willen'. Ik schiet foto's in mijn hoofd van hem op het strand met z'n nieuwe surfboard-speeltje, click-click, foto's van zijn mooie dag, zijn gezicht bruinend, zijn lach onbezorgd. De allemansvriend, zoveel nieuwe vrienden maken, zoveel alweer vergeten. Ik lig een tijd apathisch op bed, click-click, da's mijn foto. Wat een fotoboek van tragiek is dit geworden.
De laatste post die ik schreef, klonk veelbelovend. Ik dacht "als al zijn shit uit dit huis verdwenen is, dan wordt het dragen makkelijker". Ik was boos, zonder tranen. Ik leek mijn emoties aardig onder controle te hebben.
Anderhalve week later bevind ik me in een draaikolk van hevige emoties waarbij allerlei oud leed boven komt drijven. En nieuw leed, zoals verhalen die ik via-via opvang. Informatie die dwars door mijn ziel snijdt. Ik hoor: "oh, sinds hij zich weer vrijgezel noemt, heeft hij het er constant over dat hij overal weer mooie vrouwen ziet". Ik hoor: "Als we ergens zijn, draait zijn hoofd constant van links naar rechts en zegt hij 'wow, zag je haar?" Ik hoor: "Ik word er helemaal gek van; hij heeft het constant over kont en borsten en sexy".
Vanavond een begin gemaakt om een gedeelte van zijn spullen bij elkaar te sorteren; maandag komt hij alles ophalen. Lijkt wel grofvuil in de woonkamer nu. Kom die troep maar met een stinkende vuilniswagen ophalen. Weg ermee. Weg met jou.
Ik dacht dat ik dit klusje jankend zou doen. Dat ik snotterend zijn spullen zou moeten oppakken, herinnering na herinnering. Al die gruwelijke sentimenten. Een opgebouwd en weer weggedaan verleden. Maar ik deed het geirriteerd. Boos.
Mijn boosheid lijkt helemaal niet zoveel tranen te hebben, lijkt wel. Boosheid is boos, fuck de tranen. We zullen dit klusje welleens even klaren, jij en ik. Spieren en kracht. Hupsekee, oppaken met die troep, daar op die hoop. Wat nog meer? Oja, die ovale gekleurde borden uit Frankrijk--mag hij hebben. Kan er toch niet meer van eten zonder bij elke hap de brok in mijn keel en kotsneigingen te hebben. Kranten eromheen en in een zak. Next? Zijn jassen. Die zal hij wel hard nodig gaan hebben na zijn koele daad en kille acties. Hierzo--meenemen die handel. Nog meer? Zijn zelfgeschreven songteksten in zijn handschrift, wat een lachertje. Hij kent z'n eigen emoties niet eens. Toch nog een hele "Bols Jonge Jenever'-doos vol; zoveel geschreven, maar voor mij geen woorden kunnen vinden. Prima, meenemen ook die rotzooi. Volgende? Het strijkijzer die hij van zijn tante had gekregen--hij zou eens moeten proberen zijn hart te strijken. Zoveel kreukels erin.
Een vrije dag opgenomen. Het geeft wat rust, het idee niets te hoeven vandaag. Om alles te laten komen en te laten zijn, zonder dat ik mezelf groot moet houden of een gezicht moet opzetten dat niet bij mijn emoties past. Wat anderen ook zeggen: 'gewoon bezig blijven' voelt niet altijd als de oplossing, voelt niet altijd als de beste weg die je wilt of kunt bewandelen--omdat je je nu eenmaal niet kan ontdoen van dat gevoel dat zich als een jas om je heen uitspreid.
Hij schreef me een email gisteren. Een brief die een klein beetje een pleister op de wond legt. Niet dat de pijn wordt weggenomen, niet dat het bloeden stopt, niet dat alles nu minder erg is. En helemaal niet dat zijn brief mijn hoop weer doet aanwakkeren. Maar voor iemand die na zijn vertrek niet in staat was om te praten, die mij achterliet in zijn stilte en elke kans vermeed om mij uitleg te geven, zijn woorden die nu eindelijk door hem worden opgeschreven een kleine verzachting van de pijn.
Dit zijn, zoals ik het graag zou willen noemen, de tanden-bijt-dagen. Nu ik van de shock ben bijgekomen, staat de lelijke realisatie voor mijn deur. Ik heb mezelf vandaag door de uren van de dag heen gesleept; uren die ik zonder hart beleef--of zou ik juist moeten zeggen: uren die ik met elk gebroken stuk van mijn hart beleef? Het is zo intens allemaal, zo keihard, zoveel chaos, zoveel onduidelijkheden. Tijdens het werk grijp ik elke moment aan om alle opgekropte emoties er op de plee uit te janken. Ik ontwikkel een routine: werk - gedachten dwalen af - tandenbijten - herinneringen ("oh dat was toen hij en ik..." , "oh, god die datum, ja, toen hadden we net...") - tandenbijten - vakantieplannen en verhalen van anderen met partner - tandenbijten - WC. Liefdes-anorexia.
Als businesspartners die net een winstverliezend project hebben beeindigd, spraken wij aan de telefoon gisteravond. Zakelijkheid. Dit is 'het nieuwe ons'. Geen gevoel, geen emotie. Kom tot mij in afstandelijke zakelijkheid. Wanneer hij zijn verhuizing uit dit huis heeft geregeld; a.s. zondag of maandag. De laatste financiele afspraken. Hij heeft natuurlijk weer geen geld; excuses, excuses. Alsof ik met deze excuses de gezamenlijke rekeningen tijdens zijn afwezigheid had kunnen betalen. Klein kind dat je bent.
De automatische piloot stuurt; geroutineerd, gelaten. Zo'n afstand. Hij vraagt hoe het met me gaat, bijna struikelend, maar ik geef geen antwoord. Maakt het wat uit? Zal het wat veranderen? Wat kan er nog worden gedaan? Wat ik voel, hoe ik me voel, als ik het hem vertellen zou, is mijn enige wens dat hij hier naartoe komt, dat hij als dezelfde bezetene hierheen sjeest--snel, snel lieverd, ik kan niet wachten, zoals hij dat eerst deed, vroeger, veel vroeger terug. Ik zie een filmisch fragment waarbij hij binnenstormt en me zegt dat het een fout was, dat hij niet zonder me kan. De innige omhelzing, waarbij je vergeet waar jouw armen beginnen en de zijne ophouden. En daarna samen liggend, met glimlachen van vaseline en honing--in zo'n 'aww, kijk toch eens, toch allemaal goed gekomen tussen die twee' film-video clip.
Dit zullen sommigen ldvd'ers vast ook wel kennen: de paranoia. Je gedachten in kringetjes "shit, misschien is er wel een ander?" In mijn hoofd spelen de laatste weken zich af zonder geluid; scene voor scene probeer ik de details te zien in fragmenten, ergens misschien een verscholen antwoord te vinden.
Fragment: de week voordat hij hier ineens vertrok, onder het mom van 'ik heb rust nodig om na te denken', was hij bij een ex-vriendin van een goede vriend langsgegaan. Om samen muziek te maken, was zijn antwoord (hij speelt gitaar, zij piano). Spoel terug naar een fragment daar nog voor: hij had samen met een vriend een avond boerenkool bij haar gegeten en ze had hem gratis een ventilator aangeboden, want zij had er, jaja, twee. Die ging hij op een avond, drie weken voordat hij hier vertok, bij haar ophalen. Een lichte tafel-ventilator oppikken hier dicht in de buurt: het nam zo'n twee en half uur in beslag. Zij belde hem de week erna weer op uit {opkomend sarcasme} zeer gemeende, diepe interesse 'of de ventilator het wel goed deed'.