Ik neem een gom vast en veeg de kleur uit je gezicht.
Daarna wrijf ik over de lijnen van houtskool om de trekken van je gelaat te doen vervagen.
Op het eind blaas ik over het blad, de draadjes gom weg.
Ik sluit mijn ogen en kijk doorheen een leegte; een wit blad.
Wanneer ik echter duizel voorbij de gedachten, ben je daar weer.
Je kleurt je gezicht, je tekent jou contouren.
Ik neem mijn gom en begin te vegen.
Opnieuw...
Ik mis je meisje...
Ik wil geen gedachte noch tranen meer verspillen aan haar... helaas beslist mijn hart er anders over.
Meer dan drie maand heb ik al niks meer van haar gehoord. En ze schijnt al meer dan twee maand een relatie te hebben met een nieuwe gast.
Ik braak ervan. Nog steeds word ik in de nacht geplaagd door veel dromen. Dromen waarin alles terug goed komt. Dromen waarin ik haar kan kussen en kan knuffelen. Pfff, wanneer ik wakker word komt de realiteit zoveel harder aan.
I've got to kick you out of my hart,
'cos your love for me is gone
I've got to kick you out of my mind,
'cos you aint thinking of me no more
And now you live with another man,
tasting his new love, erasing mine
I've got to say goodbye,
to the one I forgot to love
Ik sta op. Terwijl ik koffie zet, proef ik nog vaag een droom.
De zon verblindt me als ik de gordijnen openschuif.
Ik neem een sip van de koffie en trek van een zoveelste sigaret.
Alles voelt me vreemd aan.
Je bent er alweer in m'n gedachten en de wond in m'n hart bloedt opnieuw.
Het enige wat ik hoor is: dit kan niet echt zijn. Dit maak je niet mee.
En toch sta ik er. Dit ondergaand.
Wat ben jij nu aan het doen? Wat gaat er om in dat hoofd van je? In wiens armen ben je deze morgen wakker geworden en waar?
Kort...
Ik heb vandaag te horen gekregen dat ze een nieuwe vriend heeft. Na drie maanden elkaar niet zien ben ik blijkbaar al vervangbaar.
Pfff, off-day!
Pfff, ik ben het beu te blijven ervaren alsof ik leef in een nachtmerrie. Ik heb er genoeg van. Al het huilen, al die pijn. Ik ken de smaak ondertussen goed genoeg. Bitter, brak. Het gemis, de gedachten, het dromen. Ik heb er genoeg van, maar ik kan niet vluchten voor dat alles. Het blijft me achtervolgen. Ik voel me een persona non grata. Te mijden wegens zeer besmettelijke builenpest. Meer dan tien jaar heb ik haar gekend en nu, nu moet ze niets meer van me weten of hebben. Liefde is zo hard. Het verdriet zo intens.
Ik word gek van het gemis.
Ik wil ze terug om haar te kunnen knuffelen...
Verdomme!