Als uw hart gewond is,
raak het dan niet aan,
evenmin als een ontstoken oog!
Voor het lijden van de ziel
zijn er maar twee geneesmiddelen:
HOOP en GEDULD.
en ik maar denken altijd dat het zo iets was als onderstaand :
De stelling van Pythagoras geeft een verband tussen de lengten van de zijden van een rechthoekige driehoek. In woorden luidt de stelling:
In een rechthoekige driehoek is de som van de kwadraten van de lengtes van de rechthoekszijden gelijk aan het kwadraat van de lengte van de schuine zijde.
Noemen we de lengten van rechthoekszijden (de zijden die aan de hoek van 90° liggen) a en b, en de lengte van de schuine zijde (de zijde die niet aan de rechte hoek grenst, ook wel "hypotenusa" genoemd) c, dan is de bekende wiskundige vorm van de stelling:
(Dit is Propositie I.47 uit de Elementen van Euclides)
De stelling van Pythagoras is equivalent met het parallellenpostulaat. Daarom geldt de stelling van Pythagoras niet in niet-euclidische meetkunde.[1]
[bewerken]Voorbeeld
Een rechthoekige driehoek heeft rechthoekzijden met lengten a=3 en b=4. De schuine zijde heeft de lengte c. Volgens de stelling van Pythagoras geldt nu:
Omdat de lengte c niet negatief kan zijn, is
Als van dezelfde driehoek de lengten b=4 en c=5 gegeven zijn, volgt de lengte a van de overgebleven zijde uit:
Omdat de lengte a niet negatief kan zijn, is
a = wortel 9 = 3
groetjes
bjm
ps : ik vind die stelling van jou overigens veel leuker / mooier !
@jerr..
ik vind die stelling van jou overigens veel leuker / mooier !
@jerr..
en ik maar denken altijd dat het zo iets was als onderstaand :
De stelling van Pythagoras geeft een verband tussen de lengten van de zijden van een rechthoekige driehoek. In woorden luidt de stelling:
In een rechthoekige driehoek is de som van de kwadraten van de lengtes van de rechthoekszijden gelijk aan het kwadraat van de lengte van de schuine zijde.
Noemen we de lengten van rechthoekszijden (de zijden die aan de hoek van 90° liggen) a en b, en de lengte van de schuine zijde (de zijde die niet aan de rechte hoek grenst, ook wel "hypotenusa" genoemd) c, dan is de bekende wiskundige vorm van de stelling:
(Dit is Propositie I.47 uit de Elementen van Euclides)
De stelling van Pythagoras is equivalent met het parallellenpostulaat. Daarom geldt de stelling van Pythagoras niet in niet-euclidische meetkunde.[1]
[bewerken]Voorbeeld
Een rechthoekige driehoek heeft rechthoekzijden met lengten a=3 en b=4. De schuine zijde heeft de lengte c. Volgens de stelling van Pythagoras geldt nu:
Omdat de lengte c niet negatief kan zijn, is
Als van dezelfde driehoek de lengten b=4 en c=5 gegeven zijn, volgt de lengte a van de overgebleven zijde uit:
Omdat de lengte a niet negatief kan zijn, is
a = wortel 9 = 3
groetjes
bjm
ps : ik vind die stelling van jou overigens veel leuker / mooier !
Mooie zin, hoop en geduld..
Mooie zin, hoop en geduld.. Jep!