Vannacht overheerste de boosheid. Boos op mezelf, dat ik me alles zo heb aangetrokken, boos dat ik er zo lang aan vast ben blijven houden, boos dat ik destijds geen grip het gehad (genomen?) op de situatie. Boos dat ik me bloot heb gegeven aan iemand die blijkbaar niet zo veel om mij gaf als ik om hem. Boos dat ik alles wat hij zei me zo aangetrokken heb en me zo onzeker heb gevoeld door zijn woorden. Boos, boos, boos! En vervolgens komen de tranen van machteloosheid en vermoeidheid. ik ben er veel minder mee bezig dan een jaar terug, maar gisteren bekende iemand waar ik goed mee omga, gevoelens voor mij te hebben gehad. De gevoelens zijn totaal niet wederzijds (ik had het niet echt door dat dat speelde, er is nooit iets in die richting gebeurd en de persoon in kwestie is veel ouder en gebonden, ik zag het echt als een vriendschap). Maar moest vannacht weer terug denken aan alles wat mijn ex tegen me heeft gezegd in ons laatste gesprek. Bah!!!
“Hoe is dat zo gekomen van altijd blijven slapen tot nooit meer willen zien – Judith Herzberg”
zucht..
niks aan toe te voegen..
Boosheid: een loyale kameraad
Lieve Novalee,
"Boos op mezelf, dat ik me alles zo heb aangetrokken, boos dat ik er zo lang aan vast ben blijven houden, boos dat ik destijds geen grip het gehad (genomen?) op de situatie. Boos dat ik me bloot heb gegeven aan iemand die blijkbaar niet zo veel om mij gaf als ik om hem."
Ook al is boosheid feitelijk 'vstzittend verdriet', het helpt ons wel vaak, voor een tijdje, om in een situatie waarin we ons gekwetst, afgedankt en vernederd voelen, op onze benen te blijven staan. Boosheid heeft mij vooral in het allereerste begin, waarin ik kwetsbaar en eenzaam was, de kracht en support gegeven om door te blijven gaan. Me niet te laten kennen--en te blijven doorbijten; hoe miserabel ik me ook voelde. Boosheid kan een sterke, loyale--en zelfs broodnodige, vriend zijn die je helpt te overleven en er voor zorgt dat je niet in ellendigheid je dagen in bed doorbrengt.
Maar uiteindelijk, verder in het verwerkingsproces, zal het moment zich aandienen waarop je afscheid zal moeten leren nemen van deze sterke kameraad. De 'vriendschap' die je sluit met Boosheid, is er altijd één van tijdelijke aard en mag nooit tot een duurzame relatie uitgroeien. Boosheid is als een noodzakelijke pleister die voor even de kwetsbare wond bedekt en beschermd--maar het is geen medicijn die de wond ook zal helen. Om de wond te laten helen, moet je je dus ontdoen van de Boosheid-pleister die het helingsproces in de weg staat.
Wat ik je wil meegeven is dat je nooit (lang) boos zal moeten zijn op jouw bereidwilligheid en vertrouwen om om iemand te kunnen geven--en al je liefdevolle pogingen die je onderneemt om dat veilig te stellen. Zélfs als je iemand tegenover je hebt, die je vertrouwen beschaamd en zich op alle fronten profileert als iemand die het niet zo nauw neemt met jouw bereidheid om een samenzijn te laten werken--dan nóg zul je moeten proberen om dat los te zien van jezelf.
Is het tenslotte niet mooi dat jij in staat bent zo ver met iemand te willen gaan, zo willig bent om iemand toe te laten?
Probeer te leren om te vertrouwen en te geloven in jouw eigen kracht dat, wat er ook gebeurd, wat iemand jou ook 'aandoet', je in staat zal zijn dat te kunnen dragen. Dat je in staat zal zijn om die teleurstelling (weer) om te zetten in een nieuw inzicht. Als jij oprecht jouw vertrouwen aan iemand schenkt, kan jou in ieder geval niets worden verweten--al helemaal niet wanneer een ander besluit het weg te gooien alsof het niets betekent.
Je kan je ogen maar zo ver open houden, tenslotte--er zijn nu eenmaal altijd die 'blinde vlekken' waar je geen zicht op hebt. In het ideale geval, mag je erop vertrouwen dat ook al zie je ze niet, er met die 'blinde vlekken' niets vreemds of alarmerend aan de hand is. Dat is het vertrouwen dat je iemand best mag schenken--totdat het tegendeel bewezen wordt.
Als iemand tegen je liegt, of als je iemand niet op zijn woorden kan geloven, dan moet je die realisatie binnenlaten. Accepteren dat het niets met JOU te maken heeft. Probeer die teleurstelling los koppelen van de vragen waar jij de signalen over het hoofd heb gezien; jezelf verwijten dat je niet door de sluwe leugens en verzinsels van een ander heen hebt kunnen kijken, is onbegonnen werk.
Als iemand niet oprecht is--maar zich zo wel naar jou toe presenteert, dan kan je het jezelf niet kwalijk nemen dat je die persoon je vertrouwen hebt geschonken, dat je hebt willen geloven in zijn oprechtheid. Het probleem ligt niet bij jouw goedgelovigheid, je bereidwilligheid of vertrouwen, maar bij het onvermogen van de ander die kennelijk (nog) niet in staat is om een samenzijn op die gronden vorm te geven.
Boosheid verandert na lange tijd in bitterheid--en het is een last die heel zwaar weegt omdat het je belet los te laten. Geloof in de waarachtigheid van je vertrouwen--het is geheel aan het karakter en oprechtheid van die ander of jouw vertrouwen op waarde zal worden ingeschat. Wordt dat vertrouwen beschaamd, dan zou je niet eens met die persoon meer WILLEN zijn. Vertrouwen is een delicate kwestie, en elk barstje erin, maakt het fragiel. De persoon waar jij mee samen wil zijn, erkend dit en zou dit nooit, nooit in gevaar brengen.
liefs,
Chelle
Ps. prachtig!@"“Hoe is dat zo gekomen van altijd blijven slapen tot nooit meer willen zien – Judith Herzberg”