Als er dingen zijn waarvan je het gevoel hebt dat je het moet doen, maar het doodeng vindt om het te doen, kun je er een hele tijd van tevoren al tegenop zien. Eigenlijk al op het moment dat duidelijk wordt dat je datgene echt moet doen. Of het nou om een enge afspraak bij de dokter gaat of om een gesprek of ontmoeting met iemand waar voor je gevoel veel van afhangt. In dit geval gaat het om het laatste. In de afgelopen jaren heb ik onbewust een zekere angst in mijn systeem ingebouwd voor confrontaties met M. Ik zou uitgebreid kunnen speculeren waar die angst nu precies vandaan komt, maar dat hij niet rationeel is, staat vast. Veel verder dan: "als iets belangrijk voor je is en er voor je gevoel veel van af hangt, wordt het automatisch spannend" kom ik niet.
Dat neemt niet weg dat er inmiddels ondanks die angst wel confrontaties zijn geweest. Vanwege de angst, waren die echter meestal per toeval. Het gekke was, dat er dan ook nooit zoveel engs gebeurde. Tuurlijk was het nog steeds wel een beetje spannend, maar nooit in de mate waarin anticiperende angst bezit van je kan nemen en je kan lamleggen. Ik vond het altijd doodeng om M. tegen te komen, maar op het moment dat het gebeurde, viel het altijd grandioos mee.
Men heeft daar ook een gezegde voor uitgevonden: "je lijdt het meest door het lijden dat je vreest". Een waarheid als een koe. Dat kan ik onderschrijven en daar ben ik waarschijnlijk niet de enige in.
Ondertussen ben ik me ervan bewust dat die anticiperende angst volstrekt geen functie heeft. Als ik weet dat ik over ongeveer een uur M. bewust ga opzoeken omdat ik dan weet waar ze is en me heb voorgenomen dat dat the way to go is, heeft die angst geen enkele functie. Het enige wat het doet, is ervoor zorgen dat ik gespannen ben en op onaangename manier door mijn zenuwen word opgejaagd. Totdat ik haar daadwerkelijk zie en spreek, gebeurt er namelijk helemaal niks, maar toch zit ik in de uren voorafgaand aan die ontmoeting verschrikkelijk in de stress. Tot nu toe is echter altijd gebleken dat op het moment dat we elkaar zien en de eerste woorden gesproken zijn, er eigenlijk geen enkele reden is geweest voor die angst. Niks om bang voor te zijn.
Zo komt het ook voor, zoals nu, dat het niet eens zo lang geleden is dat er nog een ontmoeting geweest is, die heel gemoedelijk verliep. Dat gegeven zou zulke angst als waar ik het hier over heb, toch ook wat moeten doen afnemen. Gek genoeg lijkt dat nauwelijks invloed te hebben.
Zo ging ik eens wat aan het denken en kwam ik tot de conclusie dat er een parallel lijkt te bestaan tussen angst en hoop. In beide gevallen gaat het namelijk om iets wat voortkomt uit anticipatie op de toekomst. Op het moment dat de angst of de hoop voelbaar is, is er eigenlijk helemaal niks aan de hand, althans, niet buiten je eigen hoofd. Er is dus niks en iets tegelijk. Dat iets, de angst of de hoop, is subjectief en de toekomst moet uitwijzen of deze anticipatie al dan niet terecht is geweest.
Het grappige daarbij is, dat angst en hoop elkaars tegenpolen lijken te zijn. Angst is namelijk een onaangenaam gevoel; er is onzekerheid over iets in de toekomst en totdat die toekomst zichzelf heeft uitgewezen, overheerst dat onaangename gevoel. Het kan ervoor zorgen dat je bepaalde dingen die je eigenlijk echt zou willen of moeten doen, uit de weg gaat, omdat de angst zo onaangenaam is, terwijl hetgeen waar je zo bang voor bent, dat helemaal niet hoeft te zijn. Als je dan toch doorzet en hetgene doet waar je zo bang voor bent, zal het in bijna alle gevallen, zoals het gezegde wil, erg meevallen. Denk je achteraf: "ben ik daar nou zo bang voor geweest?" of, wat ook vaak wil voorkomen, voel je je blij of zelfs euforisch, ongeacht hoe het verlopen is, alleen vanuit de gedachte dat je toch mooi maar jezelf overwonnen hebt. Met andere woorden: je hebt een periode van angst, gevolgd door het moment waarvoor je bang bent, gevolgd door - in veel gevallen - een aangenaam gevoel omdat je het tóch maar hebt gedaan. En men zegt toch ook wel, dat je meer spijt krijgt van de dingen die je niet doet, dan van de dingen die je wel doet?
Met hoop werkt dat precies andersom. Je hebt van tevoren een aangenaam gevoel dat voortkomt uit de hoop, anticipatie op iets prettigs. Dan komt de confrontatie die uitwijst of je hoop al dan niet terecht was, maar inherent aan hoop is dat dat vaak niet het geval is, met als resultaat dat je je na de confrontatie ronduit belabberd voelt vanwege de teleurstelling. Van fijn naar rot, waar het bij angst dus vaak van rot naar fijn is.
Interessant daarbij is, dat ze soms ook gelijktijdig kunnen optreden. Neem zo'n ontmoeting. Je kunt je er van tevoren helemaal over opvreten van de zenuwen en tegelijkertijd proberen die zenuwen te counteren met de hoop dat het allemaal mee zal vallen en misschien iets oplevert waar je juist blij van wordt. Dat kan helemaal verwarrend zijn. Maar volgens mij kun je ze nooit letterlijk tegelijk voelen. Ze kunnen elkaar afwisselen; soms even de angst, waarbij je je zwak en nerveus voelt, en soms even de hoop, waarmee je je weer op kunt peppen. Maar in the end maakt het allemaal niet uit; het resultaat zal, ongeacht hoe je hebt lopen anticiperen, hetzelfde zijn. En achteraf? Dan zal de mix zich voortzetten. Opluchting omdat het achter de rug is en je jezelf hebt overwonnen, gemixt met misschien teleurstelling omdat het niet zo is gelopen als je graag had gewild. In mijn ervaring is, zeker in eerste instantie, de opluchting het sterkst. Daarna kan die teleurstelling intreden, maar daar staat tegenover dat die teleurstelling voortkomt uit duidelijkheid; iets wat je niet had voordat je de confrontatie aanging. In the end ben je dan dus nog steeds beter af. Het eventuele rotte gevoel dat je dan nog hebt, komt voort uit feiten en niet meer uit anticipatie of speculaties. Daarin kun je dan berusting vinden.
En wat als de anticipatie brengt waar je op anticipeert? Wat als je bang bent voor een confrontatie en tijdens die confrontatie keihard gekwetst of teleurgesteld wordt, waar de angst misschien uberhaupt op gebaseerd is? Dan nog zal zich vroeg of laat de opluchting en de zelfoverwinning aandienen en weet je dat je in ieder geval jezelf niet hebt teleurgesteld. Met jezelf moet je het tenslotte het langste doen. En met hoop? Als je hoopt en het komt uit, tja, dan kan de euforie toeslaan in eerste instantie, maar op langere termijn zal er ook dan weer ruimte komen voor angst, want het belang is niet afgenomen en zelden levert een confrontatie zoveel hoop op dat alle vormen van onzekerheid verdwijnen.
Bovendien kan - maar nu wijk ik eigenlijk een beetje af - hoop met zich meebrengen dat de angst ontstaat om hetgeen waar je op hoopt uit de weg te gaan, om de hoop te behouden, uit angst voor een eventuele teleurstelling.
Kortom: de geest is een raar apparaat en doet nogal eens wat nutteloze en hinderlijke dingen.
En ook nu is gebleken dat
En ook nu is gebleken dat het bovenstaande klopt. Ik was hartstikke nerveus omdat ik wist dat ik haar ging opzoeken, zij het op zich voor iets neutraals, maar toen het eenmaal ingezet was, was er niks meer om nerveus over te zijn en liep het allemaal gewoon goed. Voel opluchting dat het voorbij is, voel trots omdat ik het toch maar gedaan heb en voel me blij omdat het goed is verlopen.
Misschien moet ik binnenkort maar weer eens een blog met een update-karakter plaatsen.
Jij schrijft hele mooie en
Jij schrijft hele mooie en duidelijke blogs!! Zodra ik wakker ben, en mijn kleine vent even slaapt of rustig speelt, ga ik ze allemaal op "mijn gemak" lezen! Misschien dat ik dan beter begrijp wat er omgaat in jouw leventje.
Liefs, Ka