Relatie kapot door bindingsangst: 2 maanden later

afbeelding van Goudvisjetwee

(Een 30 min lange roman, voor de echte lezers onder ons)

De titel zegt het al: een goede relatie ging ten einde vanwege een stormvloed aan onnodige twijfels en angst voor de toekomst.
Dit wordt mijn eerste ‘blog’ ooit, maar aangezien ik het hoofdstuk nog niet heb kunnen afsluiten, een verhaaltje van mij. Ik weet zeker dat ik herkend en erkend zal worden. Hiervoor alvast mijn dank, liefde en knuffels terug; je staat niet alleen!

~
De eerste date, wat herinner ik mij die goed. Na weken lang elke dag heen en weer geappt te hebben, zou ik hem dan eindelijk ontmoeten. Nonchalant en stressloos als ik ben, kwam ik een half uur te laat aan op bestemming. Ik lachte. Hij stond nog steeds op mij te wachten en lachte terug. Enkele minuten later renden we grinnikend de zaal binnen. “Yes! Precies op tijd voor de film!” Roep ik, terwijl ik hem lachend zie denken: “op tijd ja?” Het voelde meteen vertrouwd en al snel legde ik mijn hoofd op zijn schouder. Waarom doe ik dit? We zitten in de bios? Je kent hem pas net? Dit heb je nog nooit gedaan...?

De laatste kus, wat herinner ik mij die goed. Na een lang gesprek, met een uitkomst die wij beiden niet aan zagen komen, drukten wij snikkend onze trillende lippen stevig tegen elkaar aan. Hoewel we er niet bij stil stonden, wisten we onbewust dat dit de laatste was. Ik op mijn tenen in de deurpost, jij buiten met de autosleutel in je hand. Dit was het? Na 2,5 intensieve jaren zien we elkaar nooit meer? Bij de krampachtige knuffel die volgde, voelde ik zoveel liefde. Dit is met geen woorden te omschrijven. Jij stapte huilend je auto in en hoewel je geen seconde omkeek, zwaaide ik je na. Met een lach en ontzettend veel tranen.

Intensieve jaren, zo kun je ze wel noemen ja. Na de eerste date volgde de tweede. De derde, de vierde… Of telt het niet als date als je om 22:00 buiten in de regen afspreekt? Nadat je net klaar bent met werken, gewoon om elkaar nog even gezien te hebben. Of vice versa, wanneer ik jou op je werk kwam bezoeken en lichtelijk ongemakkelijk maar een Donald Duckje ging lezen als er klanten kwamen. De dagen, weken, maanden vlogen voorbij en hierbij was er geen enkele dag waarop wij geen contact hadden. Contact? Die eindeloze golf aan berichtjes en foto’s van vroeg tot laat. Vaak veel te laat… We waren verliefd. Ik was een 18-jarige dromer en al 18 jaar klaar voor de liefde. Voor de liefde die ik nu voelde en waarvan ik jou wilde overtuigen. Jij was een 21-jarige jager en al 21 jaar bang voor de liefde. Voor de liefde die gelijkstond aan verbintenis en die jij geen liefde wilde noemen. Want we hadden het toch gewoon leuk samen?
Vele dates en liefdesverklaringen van mij later, ging je op vakantie met je beste vriend. We zouden daarna wel verder kijken. Ik miste jou, jij appte mij. Jij miste mij, ik appte jou. Daarnaast kreeg ik van zowel jou als je beste vriend berichtjes dat je toch echt wel verliefd was op mij. De realist in mij schoof die verklaringen snel aan de kant, ter voorkoming nog eens in de val te lopen. Een mannelijke val waar ik meerdere keren in gelokt was, met een snoepje dat achteraf ontzettend smerig bleek te zijn. Want welke vent is tegenwoordig wel klaar voor een relatie? Een relatie met mij nota bene. Het bericht van je beste vriend lach ik daarom weg. Jou stuur ik dat je van je biertje moet genieten en ik wens je een fijne vakantie. Jij kon niet zien dat ik met een knalrood hoofd en een brede glimlach in slaap viel…

Teruggekomen van je vakantie ben je ontzettend blij mij te zien. We stralen allebei van top tot teen en ik vind je de meest aantrekkelijke man op aarde. Snel veranderde mijn pure geluk in serieuze angst. Onze eerste date was een half jaar geleden. Als je nu nóg niet wist of dit een relatie was, was ik vastberaden de deur uit te lopen en niet meer om te keren. Want ik wil niet nog een keer afgewezen worden. Niet nog een keer die pijn ervaren. Ik hoor het je nog zeggen: “maar je bent mijn meisje toch al”? De kleine krul in je mondhoek. De blosjes op je wangen. De voorzichtige manier waarop je het zei. Het lijkt wel gisteren dat ik je 20 keer navroeg of ik dan écht je meisje was. Maar… écht? Echt ja? Echt echt? Als een klein meisje springend door je kamer heen. Jaaaaaaaa!

Van sukkels in de liefde, koning en koningin in de discotheek. Naar elkaars eerste vriendje en vriendinnetje. Twee mooie jaren later, elkaars eerste ex. Wie had dat aan zien komen? Jij wel.

Je kon jouw teleurstelling over mijn verhuizing naar Nijmegen aan de kant zetten en liet je overtuigen van de liefde tussen ons. Ja, hoewel ik voor jouw gevoel aan de andere kant van Nederland een eigen leven ging opbouwen, gaf je ons toch een kans. De eerste maanden kon het geluk niet op. Van samen huiswerk maken, tot het voortzetten van onze filmavonden. Op zondagavond belde je mij regelmatig op met de beschonken mededeling dat je voor mijn deur stond. Je had de voetbalwedstrijd gewonnen, had hier goed op geproost en fietste met topsnelheid door de kou naar mij toe. Terwijl je teamgenoten de avond afsloten in de kroeg, wilde jij niets liever dan bij mij zijn… deze kleine geluksmomentjes zal ik, helaas hoe pijnlijk ook, nooit vergeten.

Enkele maanden later, toen de roze wolk een witte werd, het eindeloze contact door het studeren minder werd, je niet meer spontaan voor mijn deur verscheen en kerst om de hoek lag, vroeg ik mij af of je nog steeds blij was met mij. Tijdens onze date periode werd ik slachtoffer van een misdrijf. Ben je dus niet gewoon mijn vriend uit medelijden? Wat als mij dat niet overkomen was? Was je dan nog steeds geïnteresseerd in mij? Want er lopen nog zoveel knappere vrouwen dan ik rond. Vrouwen die veel meer sporten dan ik, die een egaal bruine perzikhuid hebben en die niet in Nijmegen studeren. Vrouwen waar je in de kroeg nog veel mee flirt en waar je vroeger onenight stands mee had. Onenight stands waarvan nu opeens bleek dat die tussen onze dates plaatsvonden. Kan ik jou nog wel vertrouwen? En vooral: heb ik jou niet in een relatie laten rollen waar je stiekem niet in wilt zitten? Ik werd onzeker en kreeg twijfels. Durfde ik de relatie wel voort te zetten met deze kennis? Gelukkig maakte jij mij snel duidelijk dat je niet voor niets een relatie met mij genomen had. Ik was leuk, lief, voldeed aan jouw eisenlijst en het verleden is verleden tijd. Kappen moest ik, met die onzekerheid, want vreemdgaan zou je voor een miljoen nog niet doen. Je benadrukte dat je nog lang niet klaar was met mij, want ”hallo, we gingen de relatie toch aan met de insteek samen 80 te worden?” Boos op mijn eigen twijfels en angst om te binden zetten wij ons mooie verhaal voort. Maar die onzekerheid? Werd nooit verleden tijd.

Het feit dat je niet mee wilde gaan naar mijn gala. Dat je de vrijheid die ik je bij het flirten gaf tot de grens benutte. Dat je mij geen enkele keer uit jezelf bezocht in Nijmegen. Diep zuchtte als ik voorstelde om iets leuks te gaan doen. Bij het wakker worden eerst naar je telefoon keek en dan pas naar mij. En tot slot het boeken van de vakantie tot het laatste moment uit wist te stellen. Dat ik mij onzeker en alles behalve geliefd voelde, was achteraf gezien logisch te verklaren. Lag dit echt aan mij? Ik wist het niet meer en ik negeerde je plots een week lang. Een week waarin ik mijn eigen knoop aan gevoelens en gedachtes op moest lossen. Ik installeerde tinder weer, keek naar andere jongens om mij heen. Ik bekeek hoe het ook kon. Want wie zegt dat ik met hem oud moet worden? Er waren nog genoeg vissen in de zee. Ik merkte op dat ik jou in die week eigenlijk helemaal niet miste en het zonder jou ook wel prima was. Na die week pakte ik jouw spullen en zette ze vastberaden in mijn auto, naast mijn eigen slaapspullen. Mijn besluit stond vast. Ik zou je gaan vertellen dat mijn gevoel voor jou in een rap tempo aan het doodbloeden was. Als je bereid was er iets aan te doen, bleef ik slapen. Zo niet, zou ik de andere tas uit de auto pakken en afscheid nemen. Jij legde mij uit dat je het jammer zou vinden als het stopte en dat het boeken van de vakantie stiekem toch wel met je bindingsangst te maken had. Iets wat ik al vermoedde.

Na een goed gesprek sliepen we samen. Ik wilde ook niet dat het stopte, laat staan hem niet meer zien. En ik had hem stiekem toch wel gemist. Na een tijd is het tenslotte normaal twijfels te hebben en gelukkig sprak ik ze uit. Het is voor ons beiden ook de eerste relatie, weten wij veel wat hoort en wat niet. Hij had nou eenmaal weinig tijd om naar Nijmegen te komen, ik heb me op mijn gala prima vermaakt, we hadden het altijd naar ons zin samen, hebben elkaar nooit weg gewenst en waren er simpelweg altijd voor elkaar. De vakantie werd geboekt. Achteraf durfde je eindelijk toe te geven dat je dit toch spannend vond, de eerste vakantie samen. Zou dit wel goed gaan? Zou je je niet gaan vervelen? Wat als we nu opeens wel ruzie kregen? Tegenovergestelde bleek waar. Tijdens en na de vakantie was je verliefder dan ooit. Je kon niet vaak genoeg benadrukken hoe chill je mij vond en hoe blij je wel niet met mij was. Wat voor goede match wij wel niet waren. Alles klopte en een vakantie met mij vond je zoveel fijner dan met je vrienden.

We waren een jaar samen. Wow een jaar al, je kreeg er kriebels van. Schattig vond ik dat altijd. Wanneer we een jubileum hadden, was jij in plaats van blij, lichtelijk gestrest: “aaaaah wat gaat de tijd snel, al zo lang samen! Gefeliciteerd schatje, je houd het nog steeds uit met mij”. Van cadeautjes of etentjes was geen sprake en ik was hier blij mee. Er werd aan gedacht en dat betekende voor mij veel meer. Jij wist mij in de meeste gevallen zelfs eerder te feliciteren dan ik jou, oeps. Maar bij ons was het echte liefde, geen poppenkast. Althans… dat dacht ik.

Ons tweede jaar samen was vertrouwd. Schaamte kenden wij uiteraard niet meer, bij mij thuis zette hij koffie alsof mama er een extra zoon bij had, ik kon nog uren met zijn ouders kletsen terwijl hij het huis al uit was, we waren open en eerlijk naar elkaar toe en konden nog steeds met elkaar lachen. Daarnaast was het ook een jaar vol verdriet. Het startte met mijn rechtszaak over het misdrijf, zijn beste vriend werd ernstig ziek en mijn vader kwam plots te overlijden. In plaats van onbegrip en afstand, groeiden wij ontzettend naar elkaar toe. Waar andere koppels geen steun bij elkaar kunnen vinden, ging dat bij ons intuïtief goed.
Wel was ik bang dat ik door mijn eigen verdriet te weinig aandacht aan jou zou schenken, dus ik heb jou gevraagd of jij wellicht het gevoel had dat we meer beste vrienden dan partners waren en hoe ik de vurige passie van eerst terug kon brengen. Naar jouw mening was dit niet het geval, was het normaal dat de passie iets minder werd en zou jij ook niet weten wat er anders moest. Samen bedachten we dat er niets anders moest en we beiden gewoon moe waren van de achtbaan waar wij plots in terecht kwamen. Een achtbaan die nog steeds rondjes rijdt. Er volgde een periode waarin we allebei sneller geïrriteerd waren dan anders. We waren moe, te neer geslagen en alles behalve vrolijk. Tussendoor moest jij ook nog eens afstuderen.

We besloten er een mooie vakantie van te maken, dit hadden we verdiend! Even bijkomen, bijslapen en genieten van elkaar. En wat was het mooi. Twee weken kamperen: lachen gieren brullen, ploeteren door de bergen, met een traan even stilstaan bij mijn vader, elkaar plagen bij het zwemmen, heel veel passie. Gezellige lange autoritten, geen enkel moment ruzie (zelfs niet bij mijn eerste keer een tent opzetten), prachtige plaatjes geschoten en momenten gedeeld. We konden lachen om ons burgerlijke bestaan en ook om onze frustraties naar elkaar bij het beachballen haha. Op het overvloed aan schreeuwende kinderen en dat het water wel wat koeler mocht na, hadden wij niets op te merken. Het was verreweg perfect. De vakantie mocht van hem zelfs nog wel langer duren (!) en bij thuiskomst mistte hij mij na 1 dag al. In Nederland hebben we elkaar voor ongeveer een week nog elke dag gezien. Dit was uniek en hij gaf lachend aan dacht hij moest afkicken van mij. We waren 2 jaar samen. Wederom was hij weer verliefder dan ooit. Voor het eerst in al die jaren veranderde hij trots zijn profielfoto in een foto met mij samen. Daarnaast kreeg ik eindelijk, een huiverige, toestemming om mijn relatiestatus op facebook aan te passen. Hoewel hij stug aanhield dit onzin te vinden, bleef hij wel enthousiast in de gaten houden hoe het aantal likes omhoogschoot. Mannen.

“Bij ons was het echte liefde, geen poppenkast. Althans… dat dacht ik.”

Ik ging twee weken weg. Weg naar Nijmegen. Samen met vriendinnen was ik mentorbegeleider voor de nieuwe studiebollen van de opleiding. Toen de introductie net begonnen was, kregen wij een meningsverschil. Zo gaf ik gefrustreerd aan het onaantrekkelijk en onvolwassen te vinden dat hij door de drank zijn geheugen kwijt was geraakt en noemde hij mij ter verdediging degelijk, wat bij mij niet opkon gezien mijn intensieve planning. Hij had een enorme kater en ik had er een stressvolle lange dag op zitten, waardoor ons online gesprek alles behalve gezellig was. De spanning liep snel op en ik was mij ervan bewust dat onze gemoedstoestanden een grote invloed hadden. Even later whatsapp geopend, zag ik dat hij per direct zijn profielfoto van ons had verwijderd. Oke? Dit kwam vrij serieus over dus besloot hem op te bellen. Dit was het meest kille gesprek dat ik ooit met iemand heb gevoerd. Een gesprek dat ik bovendien nooit zal vergeten. Er kwam geen woord uit, hij had zijn foto veranderd omdat hij deze ‘gewoon mooi’ vond en ik moest hem vooral met rust laten.. “maar maak er een leuke avond van!”. Einde gesprek. Ik was er letterlijk misselijk van en kreeg geen slok of hap meer door mijn keel. Dit allemaal omdat ik hem aansprak op zijn drankgebruik? Iets wat ik uit liefde en bezorgdheid deed? Die ene kleine opmerking? Hij kon er toch altijd om lachen als ik een beetje boos was? Of was zijn kater niet te harden en trekt hij wel weer bij?

Wat deed die kater pijn. Ik was je al kwijt voordat ik afscheid kon nemen. Hoe kon je? Ik heb je een paar dagen later gevraagd of je mij miste. Je antwoordde dat je niet ging liegen, dat ik moest vergeten wat je nu net zei en dat we het er nog wel over zouden hebben, want je zat echt even in de knoop met jezelf. Voordat ik vertrok moest je afkicken en kon je me niet loslaten. In het weekend dat volgde zouden je ouders niet thuis zijn en had ik voor mezelf al gepland dat ik een lekker diner voor je zou maken: om je verjaardag in te halen en je nog eens extra in het zonnetje te zetten, mijn maatje. Ik kon niet wachten je weer te zien en al mijn verhalen met je te delen, maar na deze uitspraken? Was het dan toch een grote schijnheilige poppenkast van nep-gevoelens?... De vele zin om jou te zien was weg. Doodzenuwachtig was ik, de altijd stressloze ik.

Dit was niet onterecht. Toen we elkaar zagen vroeg je nog of je geen kus kreeg. Ik gaf hem. De spanning verdween een beetje, om vervolgens als een mokerslag weer terug te komen toen ik je vroeg te praten. Je wist het niet meer. Je dacht dat je gevoel minder was dan mijn gevoel en je gevoel misschien wel weg was. In plaats van houden van kon je nu niet meer zeggen dan dat je heel veel om mij gaf.

“Naar jouw mening was dit niet het geval en zou jij ook niet weten wat er anders moest.”

Dit haalde je nog even aan, dat ik misschien tóch wel gelijk had en dat we inderdaad meer vrienden waren geworden. Want je merkte dat je me even niet mistte en het ook wel prima vond zonder mij. Heh?? Is toch meer dan normaal dat je na drie/vier weken samen lekker je eigen weg weer gaat. Die gingen we altijd al? Maar jij vond dat dat gemis juist extra sterk had moeten zijn. En die lange vakantie vol met passie dan, waarin alles goed was? Dit had je ook voor jezelf al bedacht. Dat een vakantie perfect verloopt, was volgens jou vanzelfsprekend: ” want je doet dan alleen maar leuke dingen". Evenals mijn tegenargument dat we steun bij elkaar konden vinden in moeilijke tijden. In plaats van bijzonder vond je dit logisch, dat je dan voor je partner klaarstaat. Daarbij benoemde je even dat al die gebeurtenissen misschien wel de hele reden waren dat we überhaupt nog samen waren. AU. En dat we nooit ruzie hebben? Ik moest volgens jou wel weten dat er wel al vaker twijfels waren. Daarbij gaf je aan dat je het de laatste tijd soms meer als een routine zag om naar mij te komen, waarvoor je jezelf echt even moest motiveren. Ja natuurlijk, dat heb ik ook wel eens? Wie heeft er nou zin om door de kou te fietsen, maar als we elkaar zagen was het de moeite meer dan waard. Je flirtte naar jouw mening te veel met andere vrouwen terwijl je teamgenoten dat niet deden. Oke, maar iedereen is toch anders? En ik heb je daar gewoon toestemming voor gegeven? Nee, volgens jou was ook dit een teken van een gebrek aan gevoel. Dat je vrienden niet verrast waren toen je je twijfels uitsprak, was tevens een bevestiging dat er iets niet goed moest zijn. Ja, maar je vrienden weten ook dat jij voor onze relatie altijd al (bij elke vrouw) op en af wel-niet twijfelde? Uiteraard denken zij aan relatieproblemen als jij het opeens op een zuipen zet?...

Ik had geen poot om op te staan.
Terwijl de onverwachte hamer mij met elke opmerking steeds dieper naar beneden sloeg.

Er was geen ander meisje en ook geen andere vrouw(en) die jou tot deze gedachtes getriggerd hadden. Volgens jou verschilden we toch teveel. Om te beginnen sprak je nu opeens irritaties uit over het feit dat jij een grote sociale kring hebt en ik bij mijn ouders thuis geen vrienden, en heel bot gezegd, geen leven had. Dat jij je schuldig voelde als je met je vrienden wat ging doen, ook al was dit maar één keer per maand, wenste ik je altijd veel plezier en zei ik zelfs dat het vaker moest. Daarnaast noemde je mij naïef omdat ik in de ware liefde geloofde en niet kon inzien dat trouwen slecht was. Jij had nooit zozeer de behoefte om onze liefde met de hele wereld te delen, zoals ik dat op facebook deed of zoals ik stond te springen je aan mensen voor te stellen. Volgens jou was het niet meer dan realistisch te bedenken dat liefde niet voor eeuwig is. “Scheiden hoort nou eenmaal bij het volwassen leven”. Hoorde ik dat nou goed?

Opnieuw daten, een pauze inlassen, samen aan zijn bindingsangst werken, naar antwoorden zoeken, verder gaan en beter communiceren. Hoewel die grote hamer mij volledig de grond in had geslagen, had ik een heel handboek van mogelijke verklaringen en oplossingen voor je klaarliggen. Jij wilde het er niet over hebben en wist het ook allemaal niet. Prima, maar hier kon ik niks mee. Ik ben vertrokken en heb een week afstandelijk gedaan. Jou wat tijd en ruimte te geven werkte helaas averechts. Hierdoor voelde je de klik al helemaal niet meer. Zeg me wat ik moet doen dan? We hebben nog een goed gesprek gehad, afgesproken er 100% voor te gaan en goed te communiceren. Jij vond het ook belachelijk om het door die (onbewuste) angst om voor altijd aan 1 persoon vast te zitten en wellicht wat anders mis te lopen, twee mooie jaren weg te gooien zonder enigszins moeite te doen.

De dag erna had IK twijfels of het wel ging lukken en sprak dat uit. Of we die twijfels wel aan de kant konden zetten en of het nog wel 'normaal' kon zijn. Over de afgesproken 100% was ik nog niet overtuigd en ik vertelde dat je wel écht je best moest doen om dat duidelijk te maken, dat je ervoor wilde gaan. Je antwoordde dat ik het wel kon vergeten dat hij nu opeens met een bos rozen voor mijn deur zou staan en dat gevoel niet te kweken valt. Ik heb toen verkeerde dingen gezegd zoals "ik trek de pleister er liever snel af" en "je kunt er maar op een manier achter komen wie de ware is, door ernaar op zoek te gaan.." Het feit dat ík nu twijfelde en het positieve gevoel van de avond ervoor omdraaide, gaf voor hem de druppel om er dan maar mee te stoppen. Hij zei dingen als: iemand anders met meer tijd en geen twijfel maakt jou gewoon veel gelukkiger. Ik kom jou tekort. Jij moet iemand in Nijmegen vinden waarmee je doordeweeks ook af kunt spreken. Ik kon toch nooit iets goed doen.
Hij beschreef mij als een perfect meisje waar hij niets op aan te merken had: lief, zorgzaam, mentaal sterk, slank, behulpzaam, beleefd, slim, sportief, sociaal, netjes, bescheiden, flexibel en ga zo maar door. Het lag niet aan mij maar aan hem en ik moest maar accepteren dat hij voor mij bepaalde dat ik beter verdiende. “Jij verdient het om gelukkig te zijn.” en tot slot: "ik verdien jou niet, ik doe jou alleen maar pijn.

Maar ik was gelukkig. Met jou. Ik wil niemand uit Nijmegen en vond het heerlijk je in het weekend te zien en daartussen ons eigen leven te hebben. Dit klopte dus van geen kant. Ik heb je daarom nog een week bedenktijd gegeven, maar na die week stond je besluit vast.. volgens jou konden we er niet meer overheen komen, hoe jammer je het ook vond en hoezeer je mij ook ging missen.
~

“Twee mooie jaren later, elkaars eerste ex. Wie had dat aan zien komen? Jij wel.”

Hij dacht iets te missen wat ervoor zorgt dat je denkt ‘jaaa zij is degene met wie ik oud wordt!’, maar wat hij dan mistte, wist hij niet. De hele relatie had hij op en af twijfels over hmm is ze echt de ware, want alles klopt. Maar hoe had het met een ander geweest dan. Hetzelfde? Nog beter? Nog meer passie? Minder vaak twijfel? Want die twijfel is niet goed. Waarom twijfel ik überhaupt? Waarom denk ik iets te missen. Loop ik niet wat beters mis? Moet ik niet eerst andere relaties hebben gehad voordat ik kan zeggen dat dit het is? Is dit wel liefde? Want zie haar wel graag, geef enorm veel om haar, voel me nog aangetrokken tot haar en er is echt een klik. Maar toch sta ik niet te springen op samenwonen.. Hij maakte zichzelf en daarmee ook mij helemaal gek. Dit was een neerwaartse spiraal aan gedachtes waar ik niets meer dan een machteloze toeschouwer van was.

Deze toeschouwer was ik onbewust al eerder. Hij was als Jekyll en Hyde. De ene keer kon hij mij niet loslaten, de andere keer vond hij mij te klef en aanhankelijk. De ene keer vroeg hij of hij al welkom was, de andere keer moest ik maar wachten tot hij klaar was met sporten. Wanneer we op mijn initiatief wat leuks hadden gedaan, moesten we dat echt vaker doen. Wanneer ik weer een date voorstelde, kreeg ik alleen een zucht als antwoord. De ene keer deed het hem niks als ik na het voetballen bleef hangen, de andere keer smeekte hij mij met een brede lach of ik alsjeblieft nog wat langer bleef. Met zijn vrienden mee gaan naar een feestje vond hij raar, maar als ik besloot niet mee te gaan was dat toch wel jammer en bedoelde hij het niet zo. De terughoudendheid bij het ontmoeten van mijn familie en vrienden, het boeken van vakanties of andere dingen in de toekomst.
Rond het overlijden van papa, ongeveer een half jaar voor de breuk, had ik de signalen moeten zien. De signalen dat hij al besloten had dat ik niet voor altijd was. Hij steigerde bij zijn naam op de rouwkaart, want wat als het uit gaat? En toen ik in het kettinkje dat ik van hem gekregen had het as van papa wilde verwerken, was hij in plaats van vereerd eerder boos. Het was namelijk wel heel naïef van mij om te bedenken dat ik zijn ketting voor altijd wilde blijven dragen en dan zou het as er niet meer los van gemaakt worden. Nee, volgens hem kon ik het as daarom beter ergens anders in verwerken. “Ik zeg weer iets verkeerd hoor… ik ben gewoon realistisch”.

Maar was ik echt zo naïef dan? Evenals dat ik onterecht onzeker was? Dit schrijvende vraag ik mij af of de relatie toch niet ‘giftig’ was, wat ik bij anderen vaak heb gehoord. Nee. De liefde die ik zag en voelde, was echt. Dat ik zijn monstertje genaamd bindingsangst af en toe weg moest jagen, nam ik voor lief. Dit was voor hem tenslotte ook niet prettig. Helaas is dat monstertje sterk gegroeid. Hoe langer de relatie duurde en hoe ouder hij werd, des te meer twijfels er kwamen. Hij is nu 24 en het monster heeft het laatste gevecht gewonnen. Ik kan mij hier als sportieve vijand enkel bij neerleggen, hier is niets meer aan te doen. Game over.

Genoeg redenen heb ik, om hem te haten. “Want hallo, we gingen de relatie toch aan met de insteek samen 80 te worden?” Ik was het meisje uit je dromen. Waarmee een avondje puzzelen al vermakelijk was en die niet veel eiste. Die niet overdreven jaloers was, jou liet doen wat je wilde en je stimuleerde met je vrienden af te spreken. Die het beste uit je haalde en altijd voor je klaar stond. Die altijd blij was als ze je zag, geen waarde hechtte aan hoe je eruit zag of hoe chagrijnig je was. Die eindeloos veel geduld en respect voor je monster opbracht. Het meisje waar je ouders trots op waren en die met je vrienden een biertje kon drinken. Het meisje dat altijd ondanks alle tegenslagen positief in het leven stond en er het beste uit wilde halen. Het meisje waar in de kantine over gesproken werd. Dat meisje, ben ik nog steeds.

We zijn nu bijna 2 maanden verder en hebben elkaar sindsdien ook niet meer gezien. Je vroeg me nog of ik echt geen contact meer wilde, wat ik toen heb bevestigd. Ik heb je ondanks het verlangen naar stilte nog twee keer gevraagd hoe het met je ging. Jij daarentegen hebt mij niets meer gestuurd en bent op dag 1 van de breuk weer in je jagersrol gestapt. Wat deed en doet dit zeer. Ik weet dat dit misschien een manier is om niet aan mij te hoeven denken, maar blijf mij afvragen wanneer je een keer polshoogte gaat nemen. Met kerst? Over een half jaar? Nooit meer? Besta ik echt niet meer voor jou? Ik heb heus wel gezien dat jij je tinderprofiel hebt geupdate met mijn vakantiefoto’s die je zowaar van mijn facebookpagina af hebt gehaald. Had je geen foto’s kunnen kiezen waar geen herinneringen aan zitten? Je lokt genoeg reacties uit, maar ik geef je ze niet. Genoeg redenen heb ik, om hem te haten. Om hem te vervloeken: dat hij zich niet speciaal voelde toen hij mijn eerste keer was en geen waarde aan seks hecht. Maar als hij hier gelukkig van wordt dan wens ik hem eervol met een opgeheven hoofd veel plezier toe. Jij gaat verder en ik kan niets anders doen dan dit accepteren. Ik weet namelijk ook: spijt is verstand dat te laat komt.

De eerste weken ben ik er letterlijk ziek van geweest. Slapeloze nachten, doorslaan in sporten, weinig kunnen eten. Hoewel ik lachend door het leven bleef gaan, verraadden mijn wallen hoe ik mij daadwerkelijk voelde. Ik heb nog lang gehoopt op een wederzien. Op een tweede kans. Ik mis ons en de sterke bijzondere band met je ouders. Vraag mij elke dag nog af waar je zou zijn, of je ook aan mij denkt en hoe het met je gaat, maar dat balletje ligt bij jou. Jij hebt ervoor gekozen onze bal niet meer aan te raken en met andere balletjes te gaan spelen. Ook al doet het nog veel pijn en staat het laatste beeld van jouw rode ogen in mijn geheugen gegrift: ik geniet van het leven, ook al is dit een leven zonder jou. Dat meisje van je dromen, dat meisje dat jou dankbaar is voor het ervaren van ware liefde en dat positieve (of naïeve) meisje dat vastberaden is ooit te trouwen? Dat ben ik nog steeds. Maar.. wie ben jij nou eigenlijk? Ik ken je niet meer. Heb ik je wel gekend?
Ja, ik zal altijd van je blijven houden en ja, ik zal de ketting die ik van jou gekregen heb nooit meer afdoen. Maar de persoon die je nu bent of blijkt te zijn, daar voel ik niets voor. Daar walg ik van.

“Bang voor de liefde. Voor de liefde die gelijkstond aan verbintenis en die jij geen liefde wilde noemen.”

Ik was ook liefdesbang. Bang om verlaten te worden, wat ook als bindingsangst wordt beschouwd. Maar ik volgde mijn gevoel, het gevoel dat het goed zat. Ik twijfelde ook. Na 3 maanden over een mogelijke sleur of verdwenen liefde, na 8 maanden over mijn gevoel voor jou. Ik miste jou ook niet. Ik zag ook alle andere vissen in de zee. Maar ik heb tijd genomen voor mijn knoop en heb hem zo snel mogelijk medegedeeld met jou. Ik besefte me dat iedereen een keer twijfelt over de ware of niet. Maar jij was mijn ware. Ik overwon mijn angst. Ik koos na een hele week andere vissen gezien te hebben en hoewel ik de knoop zelf al aan het doorhakken was, toch voor jou. Voor jou als persoon. Ik was het meisje dat verder keek dan je leuke koppie of getrainde lichaam. Wanneer iemand ervoor kiest om uit alle mannen van de hele wereld uitgerekend met jóu haar leven te delen, je trouw is en onvoorwaardelijk van je houdt, is dat iets heel bijzonders. Iets dat je moet waarderen. Kun je daar de waarde niet van inzien dan ben je naar mijn idee de liefde simpelweg niet waard en mag je niet met de liefde bezig zijn.

Net zoals ik nu ook niet met de liefde bezig ben: ik geloof er niet meer in. In dat sprookje waarvan iedereen mij nu uit lijkt te lachen omdat ik erin geloofde. Misschien op een dag wel weer, maar voorlopig nog niet. Het is gek. Ze stonden tijdens onze relatie al in de wachtrij. Een rij voor een attractie die met mijn verdwenen relatiestatus eindelijk geopend is, maar waarvan ik de poort stevig dichthoud. Stuk voor stuk wijs ik ze af, die enthousiastelingen. Ik ontvang zoveel liefde in de vorm van complimentjes, maar ik zie er nu ook de waarde niet van in. Dat ik perfect was is mij al duidelijk gemaakt, dus wat moet ik daarmee dan? Ja, ik ben 21 en heb nog een heel leven voor me, maar ik ben ook volwassen genoeg niet met andere harten te gaan spelen. Stel dat ik ze breek? Want gevoel is inderdaad niet te kweken.

Mijn hele hart heb ik gegeven. Jij gooide hem weg. Met een zwaai naar Nijmegen, want daar zou de liefde op mij wachten. Maar mijn hart en liefde liggen niet op 1 plek, sterker nog in splinters over heel Nederland verspreid. Mijn hart ligt nu in de sportschool, in de trein waar ik muziek luister, in een lach van een klein meisje en ik kom hem in de bossen tegen tijdens mooie wandelingen. Ongetwijfeld ook nog bij jou, al heb ik daar nog niet gezocht. Op een dag zal ik de scherven verzamelen en er weer een groot hart van maken, misschien wel klaar om aan een ander te durven geven. Voor nu liggen overal kleine stukjes van mij. Stukjes, waar ik intens veel geluk uit haal.

Met een tevreden lach kijk ik in de spiegel, naar papa’s as, hangend aan jouw ketting om mijn nek. Met een traan steek ik een kaarsje aan. Denkend aan hoe trots hij was, trots op ons als individu als op de liefde tussen ons. Ik hoor hem op zijn sterfbed nog zeggen wat voor een goeie jongen jij wel niet bent en dat we zuinig op elkaar moeten zijn. Maar ik hoor hem ook nog zeggen dat ik ten alle tijden voor mezelf moet kiezen.

Dat mijn geluk voorop staat.

8 september 2018
De laatste kus, wat herinner ik mij die goed. Na een lang gesprek, met een uitkomst die wij beiden niet aan zagen komen, drukten wij snikkend onze trillende lippen stevig tegen elkaar aan. Hoewel we er niet bij stil stonden, wisten we onbewust dat dit de laatste was.

afbeelding van hortensia

@Goudvisjetwee

Ik geef denkbeeldig hier een applausje ,voor de strekking van het verhaal , jouw inzicht , maar vooral voor de wijze van schrijven. Het is erg prettig te lezen ( als echte lezer ) dank daarvoor.
Het is een uitermate trieste story ,ik had het je heel anders gegund en zoals je verhaal op mij overkomt is : Dat hij er nog niet echt klaar voor was. Jullie relatie , vastigheid , denk ik.
Wie weet ( Gods wegen zijn ondoorgrondelijk ) komen jullie elkaar op een tijdstip tegen , als het zo moet zijn .
Het is prachtig omschreven hoe jij het geluk nog ziet in de scherven die overal verspreid liggen , een hele mooie benadering hoe je met verdriet kunt omgaan en toch iets positiefs daaruit kunt halen .
Klasse !

Sterkte Goudvisjetwee, het is nog maar kort geleden en ik hoop dat je tzt de scherven weer bij elkaar gesprokkeld hebt om er weer een prachtig nieuw hart van te maken.
En wat je vader zei : voor jezelf kiezen. Prachtig uitgangspunt , neem je tijd .

Liefs

Hort

afbeelding van Goudvisjetwee

Wat een eer

Wat een eer om deze reactie te mogen ontvangen Hortensia. De woorden maken veel los bij mij! Wie weet ja..
Dankjewel.

afbeelding van Goudvisjetwee

Laat je horen!

Een soortgelijk verhaal, tips, vragen, je mening: ik lees het allemaal graag in de reacties of een privebericht.

Groet,
Goudvisje