Eindelijk is die zondag voorbij. Heb wel zo slecht geslapen. Kon alleen maar aan haar denken. Wat ze aan het doen was, waar ze heen was geweest, hoe laat ze thuis zouden komen, of ze 's nachts met die C. was. Ik weet wel dat ik me hier alleen maar pijn mee doe. Dat ik hier niet aan moet denken. Maar die gedachten kwamen maar door mijn hoofd spoken. Ben 's nachts in de auto gestapt. Stond toen voor haar huis. Ik zag dat ze weer thuis waren en wakker. Volgens mij net thuis gekomen of zo van de stad. Wou haar eigenlijk alleen maar bellen en vragen of ze even buiten kon komen om te praten. ik was zo van slag. Allemaal klote gevoelens en gedachten door me heen. Ik weet niet of ze me had gezien. Ben uiteindelijk maar naar huis gegaan. Dit had toch geen zin. Zo maak ik het alleen maar erger. Thuis kon ik me natuurlijk wel voor me kop slaan dat ik het me zo laat aangrijpen en dit soort stomme acties doe dan. Heb daarna nog heel lang wakker gelegen. Was klaarwakker en kon toch niet meer slapen. Ik kan er gewoon niet meer tegen. Ik ben zo verdomd gek nog op dat mens. Hou nog zoveel van haar. Mis haar ook zo erg nog. Ik hoop dat deze dip weer snel over is. Ik baal zo erg van me dat ik me zo behoorlijk fucked up kan voelen en en me zo kan laten pakken nog door haar. Dat wanneer ik me beter voel en ik hoor iets van haar dat ik me dan weer helemaal klote voel en weer bij het begin ben.
Ik voel me zoals dit gedichtje:
Jij hebt mij nu bewezen,
dat ik juist van liefde alles moet vrezen.
Dat is datgene wat mij kapot maakt.
Waardoor ik zo uit evenwicht raak.
God weet hoeveel ik heb gegeven.
Dat ik met jou echt verder wilde leven.
Je wilde bevestiging, keer op keer.
En ik moest geven, meer en meer.
En toen de grond onder mijn voeten even weg was,
was het angst die ik in je ogen las.
Steun en goede moed waren toen ver te vinden.
Je wilde je opeens niet meer aan mij binden.
In plaats dat je er voor mij zou zijn,
liet je me alleen achter met pijn.
Je zegt dat je stapel bent op mij
en dan ineens keert het tij
Waarom is voor mij de grote vraag.
Ik wil je nu misschien te graag.
Misschien is dat hetgeen je nu afstoot.
Want ik ben ineens niet meer zo groot.
Kwetsbaar en heel klein.
Zo had ik altijd moeten zijn.
Ach ja het moet blijkbaar zo gaan zoals het nu gaat. Hopelijk kom ik hier weer snel overheen.