Lieve schat,
Al minstens honderd keer heb ik deze brief geschreven, heb ik hem verscheurd en ben ik weer opnieuw begonnen. En nu heb ik dan uiteindelijk maar gewoon besloten dat ik niets meer doorkras of wegstreep, omdat ik nu eenmaal niets kan veranderen aan wat ik voel, denk en vind, en omdat het waarschijnlijk zo moet zijn.
Ruim 3 maanden ken ik je nu al, en je bent zonder twijfel een van de meest mooie dingen die me in heel lange tijd zijn overkomen. Stomverbaasd was ik, toen jij liet merken mij als meer te zien dan alleen maar een gewoon meisje uit de kroeg. Ik had helemaal nooit gedacht dat er zoiets tussen ons zou kunnen zijn, ik dacht eerst zelfs nog dat je een geintje met me maakte. Maar dat bleek niet zo te zijn: jij hield vol en na jouw mooie sms uit Parijs ging ik diep van binnen al onherroepelijk voor de bijl. Dat heb ik nog een tijdje ontkend tegenover iedereen (en vooral tegenover mezelf), maar eigenlijk wist ik al dat er geen ontkomen meer aan was. Nog nooit eerder was ik zo'n apart, anders en vooral uniek iemand tegengekomen. Ook al riep ik heel hard dat ik niet verliefd zou worden; de waarheid is dat ik het al was op 14 januari 2004 om 1.23 uur: het tijdstip van jouw sms uit Parijs. Zomaar ineens, door de eenvoud van de tekst uit jouw berichtje, maar vooral door het feit dat er iemand middenin die gigantische lichtstad Parijs aan mij stond te denken, en nog het lef had om me dat om half 2 's nachts te laten weten ook.
En zo begonnen we. Alles klopte, en toen je mij de allereerste keer zoende gaf dat een gevoel alsof het altijd zo had moeten zijn. Je sliep bij me die nacht en ik vond het zo geweldig van je dat je niet eens gelijk om sex begon te zeuren, zoals zoveel andere jongens altijd wel doen. Ook dat maakte je weer anders, en voor mij des te leuker. Toen we uiteindelijk om 13.00 pas gingen slapen werd ik om 14.00 alweer wakker en heb ik minstens een kwartier naar je liggen kijken hoe je naast me lag: diep in slaap en zonder zorgen. Je ademhaling was rustig, je had je handen onder je kin zoals je altijd slaapt. Ieder detail van jouw gezicht heb ik in me opgenomen, en heel hard gewenst dat je nog heel veel middagen naast me wakker zou worden.
Je bleef bij me - en je was fantastisch. Onze eerste weken waren zonder overdrijven hemels: het urenlange kletsen aan de telefoon over allerlei dingen, lieve sms-jes van jou op de meest onverwachte tijdstippen, je stem door de telefoon, je armen om me heen, je lijf, je warmte, je kus, je gezicht. Je ogen, die altijd veel meer zeiden dan je mond ooit zou kunnen doen. Alle avonden waarop ik terugkwam uit de kroeg en jij aan de telefoon hing: "Hoi schat, ik kom naar je toe, mag dat?" De tientallen foto's die je maar van me bleef maken met je telefoon. Die keer dat je om 4 uur 's nachts met je dronken hoofd nog vanuit Linschoten naar me toe wilde komen, gewoon omdat je me wou zien, terwijl we elkaar een paar uur geleden nog gezien hadden. En als hoogtepunt de nacht waarin ik jou ontmaagdde, terwijl S. vier meter verderop met zijn stomdronken kop op de bank in coma lag.
Alles, alles aan jou was anders dan elke andere jongen die ik tot nu toe had ontmoet. Zelfs toen ik je vertelde over mijn schulden, mijn angsten en de seresta rende je niet gillend weg. Je nam me zoals ik was en je liet uit alles blijken dat de hele rotzooi er omheen je niks kon schelen. Net zoals jouw rotzooi mij niks kon schelen: toen ik je leerde kennen wist ik allang dat je geen baan had, dat je dingen deed die niet helemaal zuiver waren en dat die hele beveiligingsopleiding ook niet klopte. Maar weet je: het maakte me niets uit, want ik vond je leuk om wie je WAS, en niet om wat je had of om wat je deed. Vanaf dag 1 heb ik alles geweten, en vanaf dag 1 heeft het me koud gelaten.
En weet je waarom? Omdat je mij gewoon door jezelf te zijn alleen al verschrikkelijk gelukkig maakte. Je wiste mijn zorgen uit, door jou leek alles wat ik te verduren kreeg veel en veel minder erg. Met jou kon ik alles aan. We gingen altijd pas slapen als de winkels in mijn straat alweer open gingen: we pakten hooguit vijf uurtjes slaap per nacht en normaal gesproken zou ik er na een dag of drie toch echt wel bij neergestort zijn. Maar ik had energie voor tien en dat kwam niet omdat mijn lichamelijke conditie nou zo geweldig is, maar omdat ik een paar etages hoger leefde met jou. Soort wolkje, zeg maar, en niemand kwam daarbij, want dat stukkie was van ons.
En ondanks alle slechte en donkere momenten die er zijn geweest tussen ons, is dat stukkie altijd gebleven. Als ik naar jou keek, dan ging er bij mij van binnen een lichtje branden, dan ging er een deel van mij open dat ik eigenlijk liever voor altijd gesloten had willen houden uit angst voor pijn, maar waar jij al dwars doorheen gebroken was met je sms uit Parijs.
Jij was uniek, jij had dingen die niemand anders zelfs maar zou verzinnen. Je tien euro op Valentijnsdag, je theaterbon ("oh nee, we gaan toch niet, want S. zegt dat het alleen maar ballet is en daar is niks aan"), je nachtelijke telefoontjes op de meest vage uren, het haarelastiekje met hartjes dat je ineens uit je jaszak toverde in de kroeg en aan me gaf onder het motto "hier is je armband", je vraag of ik met je zou trouwen na drie dagen verkering, alle momenten waarop je toch weer voor mijn deur stond terwijl ik het niet meer verwachtte...alles. Zonder dat je het zelf in de gaten had gaf je me zoveel bevestiging dat mijn angsten langzaam afnamen: juist omdat je ondanks je moeilijke kant ook weer zo lekker makkelijk en ongecompliceerd kon zijn. En omdat je altijd weer naar me terugkeerde: telkens als ik dacht "nu ben ik hem kwijt", dan stond je ineens weer voor mijn neus. Altijd kwam je weer terug, wat er ook gebeurde, en ik las in jouw ogen op die momenten heel sterk dat je gevoelens voor mij niet gespeeld waren. Je had moeite om dingen te uiten, je was geen prater, maar dat wist ik al en dat had ik allang geaccepteerd.
Toen het na anderhalve maand uit ging, dacht ik dat dat het einde was van ons. Maar dat was het niet - en dat lag niet aan mij. Ondanks dat je maar bleef volhouden dat het 'beter zo' was, liet je me nooit helemaal los. Je koos met je verstand, maar je hart zei iets anders. Ik zag het in je blik, ik las het aan je houding en af en toe sprak je het ook uit. Ook al waren we dan uit elkaar, jij gaf nog om mij en ik gaf om jou.
En toch...toch kreeg je het niet voor elkaar om je hart te laten winnen. "Eerst alles op orde, en dan kom ik naar jou terug". Wat was het dan? Schaamte, omdat je niks had terwijl je vond dat je me zoveel meer had moeten bieden? Een gevoel van waardeloosheid en een loser zijn, niet lekker in je vel zitten vanwege je situatie en omstandigheden, en daardoor totaal niet meer weten wat je wilt?
Weet je, lieve schat: in materieel opzicht konden wij elkaar misschien inderdaad maar weinig bieden. Jij mij niet, en ik jou al helemaal niet. Hoe vaak ik gewenst heb dat ik het geld had om er samen met jou vandoor te gaan naar Rimini...ik ben de tel inmiddels kwijt, want elke dag opnieuw wens ik het nog steeds minstens twintig keer.
Het verrotte met geld is alleen, dat het niet alles geeft of goedmaakt. Sommige dingen zijn voor al het geld in de wereld nog niet te koop. En het gevoel dat jij me gaf, is er daar een van: ook al was je altijd blut en ook al had je me niks te bieden, je maakte mij gelukkig en dat was ik al een hele lange tijd niet meer geweest. Als ik jou zag en naar je keek, of als je belde en ik je hoorde, of als ik zomaar onverwachts een berichtje van je kreeg, dan zag die hele fucking klotewereld er gewoon zomaar ineens een beetje beter uit. Daar hoefde jij niks bijzonders voor te doen, alleen maar er zijn.
Drie maanden zijn we nu inmiddels verder en nog altijd geef je mij datzelfde gevoel. Wat er ook is gebeurd, wat er ook is gezegd: dat gevoel blijft. Dat roep jij op met je ogen, je lach, je stem, je houding, je hele ik. Het verlegene en onzekere dat ik soms in jou zie, de humor die je hebt, de lichtjes in je ogen, de vragen die je soms ineens zomaar uit het niets plotseling kan stellen, de manier waarop je me blijft verbazen en verrassen: dat alles maakt jou R., iemand van wie er op deze hele aardbol geen tweede rondloopt en van wie ik iedere dag steeds meer ga houden. Jij dacht dat het wel over zou gaan als je me 2 weken niet meer zou bellen, maar als me in die 2 weken een ding duidelijk is geworden, dan is het wel dat dit gevoel niet zomaar overgaat en dat ik ondanks alles gewoon nog steeds hartstikke voor je wil gaan.
Ik weet heel, heel diep van binnen dat het gevoel bij jou ook nog niet weg is: misschien wel minder, maar niet weg. Ik hoorde het weer aan je stem toen ik je belde en je eerlijk vertelde dat ik je gewoon miste. Ik hoorde het aan de manier waarop je onmiddellijk en zonder aarzelen ja zei toen ik je vroeg of je wel eens aan me denkt. Ik zie nog dezelfde blik in je ogen als je me aankijkt, precies zoals ik die vroeger ook altijd zag. Ik voelde je liefde toen je me omhelsde nadat ik je zondagochtend die ketting had gegeven. Ik weet gewoon dat er diep in jouw hart ook helemaal niets veranderd is, en dat deze verwijdering niet is gekomen omdat ik niet leuk of niet lief genoeg voor je ben, of omdat we niet bij elkaar passen. Maar ik weet ook dat het een verstand/gevoelsoorlog is, die jouw verstand op dit moment weer wint, zoals dat al eerder is gebeurd. En daarom glipt er nu iets tussen onze vingers door dat heel mooi en bijzonder was, en dat alleen nog maar mooier en specialer had kunnen worden.
Ik geloof oprecht dat je in je leven de mensen op je pad krijgt van wie je iets kunt leren, en dat die mensen ook weer weggaan zodra je bent uitgeleerd van ze. Maar als ik dan naar ons kijk, dan weet ik met iedere cel van mijn lijf dat wij nog lang niet uitgeleerd zijn van elkaar. Jij niet van mij, en ik ook niet van jou. Wij moeten elkaar nog zo ontzettend veel dingen laten zien, het is nog veel te vroeg om allebei een andere kant op te gaan. Vraag me niet hoe het komt dat ik dit zo zeker weet: noem het intuitie, noem het hoe je het noemen wilt, maar ik weet het. Kijk, wat we in die korte tijd allemaal al geleerd hebben van elkaar: dat is zo'n mooi proces, dat is nog lang niet af.
Ik heb veel nagedacht de afgelopen weken, en uiteindelijk ben ik heel hard teruggekomen op mijn beslissing dat ik je alleen nog maar zakelijk wou zien en spreken. Jou hebben met pijn was altijd nog beter dan je nu helemaal niet meer hebben. En eigenlijk meende mijn hart helemaal niet wat ik zei, want diep van binnen wou ik niets liever dan dat het goed zou komen met ons, omdat ik nog altijd gruwelijk veel van je hield en nog zo graag van je wou leren. Ik maakte die keuze met mijn verstand - daarom hield ik het ook niet vol. Nu heb ik naar mijn hart geluisterd, want je verstand is er om keuzes te begrijpen en niet om ze te maken. Echte keuzes, keuzes voor geluk, die maak je met je hart.
Ik geloof nog altijd heel sterk in jou en in mij: als ik dat niet had gedaan, dan was ik allang gestopt met van jou houden. En ook jij geloofde er niet zo heel lang geleden nog in, en je sprak over de mooie zomer die we tegemoet zouden gaan, alle plannen die je voor ons had, over je gevoelens voor mij die je nog steeds had, ook al was het al meer dan een maand uit, en je zag de toekomst heel positief in. Rimini lag op ons te wachten. "Eerst alles op orde, en dan word je weer mijn vriendin". En je meende ieder woord wat je zei: ik heb naar 1001 tekenen gezocht dat je het misschien niet meende, maar ik vond ze niet. Je klonk zo oprecht en vol vertrouwen, dat ik niets anders kon doen dan mijn hart weer naar je openstellen en me overgeven aan wat het lot ons zou brengen. Go with the flow.
Rimini wacht nog steeds - en ik wacht ook. En als er ergens in jouw hart nog een bepaald gevoel en een sluimerend verlangen zit, durf er dan naar te luisteren, pak mijn hand beet en vertrouw erop dat we het redden. Heel rustig en langzaam, jij en ik samen, en niemand hoeft ervan te weten, als wij het maar weten. En dan maakt het niet eens uit wat er voor naampje aan hangt: zolang het gevoel en het vertrouwen er zijn, dan is het goed en die twee dingen zijn er bij ons altijd geweest. Onder jouw buitenkant zie ik nog altijd een heel mooi, lief en gevoelig iemand en ik moet je zeggen dat ik de kleine stukjes die ik van de rechte R. heb mogen zien miljoenen keren mooier waren dan de R. met het masker. Ik heb nooit goed begrepen waarom je het verborgen hield, maar blijkbaar heb je die muurtjes nu nog nodig en dan vind ik het goed. Het komt wel. Zoals je zelf altijd al zei: "Het heeft tijd nodig." En geloof me maar, lieve schat, tijd heb ik genoeg. Ik wacht wel, want het vertrouwen dat we het redden gaat er toch niet meer uit, en ik hoop met alles wat ik in me heb dat jij er ook weer in wilt en durft te geloven: pak de hand die ik nog steeds naar je uitsteek maar heel voorzichtig vast, luister naar je hart en durf te vechten voor wat goed is. Als je valt, vang ik je op, vertrouw me maar.
Ik heb het geloof erin, ik heb de hoop dat we er komen samen en de liefde...nou ja, die is meer dan genoeg aanwezig, dat is al ruimschoots bewezen inmiddels. Als het niet genoeg was, hadden we elkaar al veel en veel eerder losgelaten.
De 3 hangertjes aan je ketting waren in mijn ogen het mooiste dat ik je mee kon geven: het kruisje voor geloof, het anker voor hoop en het hartje voor de liefde. Je wou al heel lang een ketting van me en daar was ie dan, zoals beloofd. Met 3 kleine symbooltjes die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn en die je alledrie nodig hebt voor geluk.
Lieve R., ik mis jou in mijn bed waarin we ons ondergraafden, ik mis jouw hoopje kleren op de grond en ik mis jouw armen om me heen, dat moment waarop altijd alles weer goed was en al mijn zorgen verdwenen. Ik heb altijd alleen geslapen voordat jij kwam en dat heb ik eigenlijk nooit ervaren als verdriet of gemis. Maar nu jij weg bent zal het nooit meer wennen: overdag lukt het nog wel, maar 's nachts dan gaat het niet. Jij had het talent om van een klein eenpersoonsbed een donzen mini-kasteeltje te maken, waar alles veilig en warm was en ik mis je meer dan ik ooit met alle woorden zal kunnen zeggen, want ook al ben ik dan schrijfster; de taal van een hart spreekt niet, die voelt alleen. Dat hart van mij is jarenlang een hotel geweest: mensen kwamen en mensen gingen, maar het kamertje voor jou...dat blijft altijd vrij.
-x-
lieve meid, alles wat ik al
lieve meid,
alles wat ik alleen kan zeggen en denken op dit moment is "wow"... wat een mooie brief, zo mooi en toch zo triest. ik ben echt ontroerd over je woorden.... ga je hem deze brief ook geven? of heb je dat al gedaan?
kus van Evie xxxx