Verlangen naar ontroostbaarheid

afbeelding van Goethe

“Hij”

De constante toenadering tot hem
Rustig, zacht
Sereen, gevoelig,
Soms puur

“Hij” verspeelde het
Telkens opnieuw
… keer op keer …

Liever het blijven hangen
In een droom,
Zweverig, onbereikend
Van de ideale liefde

Die hem uiteindelijk volledig
Zal vervullen,
Verlammen,
Verzieken…

Komt ooit “zijn” spijt
Van allen
Die hem ooit dierbaar waren ?

Het spreken tegen elkaar
In een verleden, toekomstige tijd,
De tijd van de toekomst
Die eens mogelijk leek

Maar inmiddels “weeral” verleden tijd is…

F