Dit verhaal schrijf ik als een net geboren herinnering, waaraan ik maar niet wil toegeven dat het een herinnering is. Toch zal ik dit met pijn in mijn hart moeten doen, met mijn ogen gericht op de toekomst, waarin vast en zeker de zon wel weer zal gaan schijnen...
Hij, de liefde waarvan ik een jaar lang gedacht heb dat het de ware was, leerde ik kennen omdat het een vriend van mijn broer was die hier regelmatig over de vloer kwam, en omdat hij erbij was als we uitgingen. (ik ga vaak met me broer mee uit.)
Ik was verliefd op hem geworden. Op zijn bruine ogen, zijn haar, zijn nonchalante doen, zijn uitstraling...
Ik hield onbeschrijvelijk veel van hem. En ik dacht dat hij dat ook van mij deed.
De manier waarop hij mij soms aankeek, het gevoel wat ik had als hij spontaan een arm om me heen sloeg. Die keer dat hij dronken was, en dat we gezoend hadden.
Dronken mensen spreken toch immers altijd de waarheid? Dan moest hij toch wel wat voor mij voelen? Nee dus... Hoe kon ik zo stom zijn.
En die keer dan dat hij zei dat hij wat voor mij voelde, maar dat hij te verlegen was ervoor uit te komen.. Was dat dan een grapje? Blijkbaar...
Wat een zak, denk ik nu... Hij heeft meerdermale met mijn gevoelens gespeeld. Gevoelens die nu als de golven van een zee in me hart voorbij razen, dan weer boos, dan weer verdrietig, dan weer voel ik enkel die onbeschrijvelijke liefde en hoop dat we ooit bij elkaar zouden komen.
Ja, hij wist het. Hij wist dat ik verliefd op hem was, ik heb het hem ooit ge-smst. Wat was zijn reactie? Die was er niet. Hij heeft er gewoon nooit op gereageerd...
Hoeveel mensen hebben we niet tegen me gezegd dat ik niet voor hem moet gaan, dat hij mij aan het lijntje hield en geen zak om mij geeft... De hoop in mijn hart was zo groot, misschien nog wel groter dan de liefde op zich...
Zo groot als het verdriet nu hij het mij recht voor ze raap heeft gezegd; hij heeft nooit wat om me gegeven, hij heeft me aan het lijntje gehouden, het zal niets worden tussen ons.
Pas nu besef ik hoe stom ik was... Maar ik kan er niets aan doen... Het verdriet is groot... Hoe kom ik er ooit weer van af?
Ik hou van hem, hoe een klootzak hij ook is geweest...
Ik zie zijn ogen voor me, die echter niet naar mij kijken...
Tranen rollen over mijn wangen op het moment dat ik dit type...